Fractuur (breuk)

Inleiding

Fracturen (breuk) van het schoudergewricht komen regelmatig voor, meestal ten gevolge van een val op de schouder.
Oudere mensen met botontkalking lopen het grootste risico op een breuk. Een schouderbreuk komt twee keer vaker voor bij vrouwen.

Symptomen

  • Pijn bij bewegen van de arm
  • Zwelling ter plaatse van de breuk en later een blauwe plek rond de schouder

Diagnostiek

De diagnose wordt gesteld door middel van echografie en röntgenonderzoek.

Behandeling

In de meeste gevallen geneest de breuk door rust. Als er sprake is van een meer ingewikkelde breuk is een operatie nodig. Met plaatjes en schroeven worden de botdelen dan aan elkaar gezet. Soms (met name bij oudere mensen) wordt gekozen om een schouderprothese te plaatsen.

De conservatieve (niet operatieve) behandeling bestaat uit:

  • Rust: 4 tot 6 weken in een mitella waarbij wel oefeningen worden gedaan om de schouder soepel te houden
  • Fysiotherapie: na ongeveer 4 weken mag er meer geoefend worden met de schouder. De therapie is gericht op verbetering van beweeglijkheid en spierfunctie van de schoudergordel.

Na een operatie is de behandeling vergelijkbaar met de conservatieve behandeling.

In normale gevallen herstelt de fractuur in 8 weken. Vaak is de schouderfunctie (beweeglijkheid, spierkracht) dan nog niet volledig hersteld.