Instabiliteit

Inleiding

Instabiliteit van het schoudergewricht houdt in dat de weefsels in en rond de schouder niet in staat zijn de kop van de bovenarm op een juiste manier in de kom te fixeren.

We onderscheiden passieve en actieve instabiliteit en instabiliteit in één of in meerdere richtingen.

Er zijn 3 manieren om klachten te krijgen als gevolg van instabiliteit:

  • Door een ongeval.
  • Door langdurig/overmatig bewegen in de eindstanden van het gewricht. Dit komt vaak voor bij topsporters. Denk hierbij aan werpsporten, tennissen, turnen etc.
  • Door algemene hypermobiliteit of laxiteit. Dit kan aangeboren zijn of een hormonale oorzaak hebben

Indien er geen behandeling wordt ingesteld zal de aandoening ernstiger worden en kan ze aanleiding geven tot een vroegtijdige artrose van de schouder.

Symptomen

Bij instabiliteit van het schoudergewricht kunnen verschillende klachten ontstaan:

  • Heftige pijnscheuten. De stekende pijn bevindt zich meestal aan de voorzijde van de schouder en meestal op het moment van bovenhands krachtzetten.
  • Indien de spieren niet in staat zijn de kop goed in de kom te houden en de kop omhoog schuift, kan een inklemming ontstaan.

In geval van een actieve instabiliteit ontstaan de pijnscheuten soms ook in de ruststand van de schouder.

Bij lang bestaande klachten zijn bovenhandse werkzaamheden en sporten maar beperkt mogelijk. Soms is de nachtrust ook gestoord.

Diagnostiek

De diagnose kan op grond van anamnese en lichamelijk onderzoek vermoed worden.

Behandeling

Fysiotherapie:

Veel en goed oefenen dient de instabiliteit tot het minimum te beperken. Vaak wordt ook in aanliggende gewrichten (nek, lage rug, bekken) getraind om de stabiliteit te verbeteren. Bij ouder worden neemt de hypermobiliteit gelukkig vaak af en dat leidt tot vermindering van klachten. Operaties hebben vaak weinig effect.